Christian Horner, baas bij Team Red Bull, denkt dat het nog steeds niet te laat is voor de nieuwe motor van zijn team. Zelfs nu kan het volgens hem de achterstand dat ze door een switch naar een nieuwe motor nog kan inlopen. Red Bull wil dus vóór volgend seizoen het verschil nog dichtrijden. Ambitieus, maar is het niet al te laat?
Red Bull en het opleidingsteam Toro Rosso hebben een achterstand omdat het nog niet zeker is met welke motor de teams in 2016 gaan rijden.
Christian Horner zei tegen Motorsport.com het volgende: “Het is duidelijk dat onze concurrenten nu de bovenhand hebben, maar de kwaliteit van Red Bull is dat we zo goed zijn dat we dat verschil nog kunnen dichtrijden. We zijn allemaal erg gemotiveerd en we willen weer gaan winnen. We moeten niet doorgaan zoals de afgelopen 18 maanden, dat is in elk geval duidelijk.”
Ferrari is de enige fabrikant die nog een motor zou kunnen leveren aan Red Bull nadat Renault en Mercedes af zijn gehaakt voor de levering van de motor aan het team van Horner.
Ferrari wil niet de beste motor aan het team geven, het heeft immers ook een eigen fabrieksteam. Red Bull wil natuurlijk koste wat kost de beste motor hebben. Horner zei hierover: “Mateschitz zal de beslissing nemen, maar het is mijn werk om ons team zo goed mogelijk voor te bereiden voor komend seizoen. Momenteel weten we dus nog met welke motor we gaan rijden en dat is spannend.”
Technici maken zich zorgen
Red Bull’s technici in Milton Keynes zijn al dag in dag uit bezig met de ontwikkeling en voorbereiding van de auto voor komend seizoen.
Horner: “We weten hoe de voorkant en achterkant van de auto eruit zal komen te zien. We moeten nu snel weten hoe we de motor in gaan vullen. Veel van de onderdelen van onze auto zijn natuurlijk afhankelijk van de motor die we gaan gebruiken.”
Als Red Bull geen motor kan vinden dan zal het team samen met haar eigen Toro Rosso niet meer in de F1 rijden.
Horner vervolgd: “We moeten in dat geval een alternatief bedenken voor ons team. We werken met enorm veel talent en die moeten we dan anders in gaan zetten. We maken ons natuurlijk zorgen over de toekomst, maar ik blijf erbij dat we door moeten werken en ervoor moeten zorgen dat we door kunnen.”
